Lise Lotte ten Voorde (NL)
memymom en het schemergebied tussen erotiek en onschuld
Beschouwende tekst The Umbilical Vein De Brakke Grond
september 2013
NL
Pervers, dwingend, overdadig. In De Brakke Grond hangt een eindeloze reeks portretten van een jong meisje dat onvermoeibaar blijft poseren, de ene houding al iets koketter dan de andere. De foto’s zijn van het duo Memymom, een samenwerking tussen moeder Marilène Coolens (1953) en dochter Lisa De Boeck (1985). Memymom genereert met dit werk een kop vol gevoelens en associaties variërend van verbazing tot afkeer en gene, en toch wil ik blijven kijken. Wat is hier zo goed aan?
Chocopasta
De foto’s zijn in huis gemaakt, een veilige omgeving voor een jong meisje op de hakken van haar moeder in een half doorschijnende sjaal als jurk. Nergens een spoortje onvrede, tenzij geveinsd omdat dat bij het uitgebeelde karakter hoort. Een veeg chocopasta in een mondhoek verraadt dat het een spel is, maar even verderop vergeet je dat weer door de dodelijke ernst waarmee het klassieke vrouwbeeld, modellen, filmpersonages en popsterren uit de jaren negentig worden verbeeld.
Door het onderwerp en het harde flitslicht kleeft er iets amateuristisch aan de beelden -welk meisje ging niet op een bepaald moment zo op de foto-, maar de kadrering en het kleurgebruik zijn dat allerminst, evenals de volharding waarmee de reeks tot stand is gekomen en de duidelijke (zowel thematische als formele) referenties aan fotografen als Cindy Sherman.
Navelstreng
Het begon in 1990 (Lisa was toen vijf) met Marilène die, zoals iedere moeder, haar kleintje fotografeerde als het gekkigheid uithaalde met een te grote handtas of een pruik. Gewoon, voor in ‘t plakboek of voor op ‘t dressoir bij bomma en bompa. Maar dit kleintje bleek erg graag op de foto te gaan, vertelt Marilène Coolens. En dat zie je. Er gaat iets heel dwingends uit van de foto’s, iets onweerstaanbaars van de wijze blik in die grote ronde bruine ogen. Langzaam zie je het initiatief verschuiven van moeder die haar dochter op camera ‘betrapt’, naar dochter die haar moeder vraagt een foto te maken van het personage in wiens huid zij op dat moment gekropen is.
En dat zijn niet zomaar personages. Het zijn prostituees, junkies, halfgodinnen. En hoewel de referenties aan mode, kinderverkleedspelletjes en filmsterrenverheerlijking zeker niet afwezig zijn, zijn deze foto’s vooral het bewijs van de verslavende chemie tussen moeder en dochter die hen steeds weer naar de camera en de verkleedspullen deed grijpen.
Macht en seks
Het zijn veel foto’s, bijna saai wordt het. De vitrine vol kiekjes in kruidvathoesjes doen denken aan de gretigheid waarmee een tiener foto’s van haar idool verzamelt. Dweperij. Maar ook tijdens de speeches en het optreden van de bluesmuzikant blijf ik achterom kijken naar die beelden die een obsessie met rollen spelen, met groot zijn, met macht en erotiek verraden. En dat schijnbaar zonder de naïviteit waar zelfs Nabokovs Lolita zich uiteindelijk op kon beroepen. Het is de navelstreng die hun werk nooit in het gevaarlijke schemergebied tussen spel en erotiek, onschuld en dominantie doet belanden. Precies dat maakt het angstaanjagend en ongrijpbaar. En steengoed.
Sinds 2004 - de laatste foto in deze reeks werd gemaakt in 2003- werken ze als duo achter de camera. Zij zoeken naar een zelfde soort chemie en vertrouwen bij hun modellen die op hun beurt in de huid van een personage moeten kruipen in een poging de rollen die we spelen, met name in geüniformeerde beroepen, uit te diepen. Het werk ‘The Patient’ is komend weekend voor het eerst te zien op [Unseen] in de groepstentoonstelling ‘Unnatural Selection’ die is samengesteld door verzamelaar/handelaar/schrijver Brad Feuerhelm.