François Cheval (FR)
Outro cataloog Home Game van memymom
Uitgegeven door Le Botanique
mei 2021
memymom probeert op visionaire wijze een eindeloos complex bestaan in beeld te brengen. Alles wat een levensloop bepaalt, van de vroege kindertijd tot de volwassenheid, levert er materiaal voor. Maar dit zijn geen zelfportretten: hier wordt op obsessionele wijze een beeld geschetst van wat representatie is. De fotoduplicaten zijn geen tentoonspreiding van het ik, geen getrouwe kopie van de persona. In vanaf de tienerjaren opgebouwde parallelle werelden schetsen onder serietitels, in sequenties, ondergebrachte fragmenten de loop van een leven. Oppervlakkig psychoanalytisch gezien is elk persoonlijk verhaal een poging om de werkelijkheid te verdoezelen. Bij het zien en interpreteren van de beelden moet je dan op zoek gaan naar mogelijke verborgen betekenissen, naar wat slechts latent aanwezig is. Je zou de leemten in de representatie – met name in het familiale, sociale en intieme leven – moeten proberen te vullen. Jaar na jaar stapelt Lisa De Boeck, alleen of samen met haar moeder, Marilène Coolens, pseudozelfportretten op waarvan ze zelf de fotograaf en de hoofdpersoon is, terwijl ze tegelijk de commentator en toeschouwer van een oneindig oeuvre is.
Als je probeert om in die episoden zonder chronologische orde gebeurtenissen uit het verleden te onderkennen, ben je eraan voor de moeite. Je hebt geen – traumatische of gunstige – belevenissen als houvast en in de systematische ensceneringen met Marilène Coolens schemert niets door van het personage dat Lisa De Boeck speelt. De portretten zijn een aaneenschakeling van verhalen en houdingen die worden gekozen en aangepast in functie van historisch en politiek bepaalde omstandigheden. Ze getuigen van een uitdrukkelijk verlangen om de actualiteit te becommentariëren en weinig ruimte te laten voor een psychologiserende lezing van de beelden. In de reeksen is er wel enige ruimte voor wederwaardigheden van het leven waarvan wordt gezegd dat ze vormgeven aan je gelaatstrekken, je herinneringen en hun samenhang. De ‘waarheid’ van het beeld ligt voorbij de opgeroepen feiten, de persoonlijke interpretaties en de eigenlijke analyse.
De scènes zijn allesbehalve zelfportretten: ze schetsen een rijkgeschakeerd beeld van de samenleving waarvan het ‘fotografen’duo deel uitmaakt. memymoms dagboek is geen levensbelijdenis en geen romantisering, maar de dagelijkse extrapolatie van de lucide buitenissigheden van twee Wraakgodinnen die onecht gedrag lijken te suggereren.
Soms zijn deze Wraakgodinnen welwillend.
We moeten dus akte nemen van het bestaan van dit personage, dat een pure creatie is. Terwijl kleine meisjes allerlei dingen doen die specifiek zijn voor hun geslacht en sociale groep, begon Lisa de Boeck op die leeftijd zichzelf te portretteren. Narcisme? Behoefte om een niet-conform zelfbeeld op te roepen? De grens tussen beide is in deze vroege periode flinterdun.
Wat er ook van zij, Lisa wilde beelden maken. Ze bleef en blijft dat doen, op dezelfde manier als in haar jonge jaren: overdreven maquillage, uitgekiende poses, vermommingen… Zonder hun afwijkende potentieel en hun verrassende rijpheid zouden deze foto’s niet meer zijn dan de zelfrepresentatie van een adolescente als bevestiging van een persoonlijkheid in opbouw, niet meer dan een vermoeiende reeks selfies avant la lettre. De vroege foto’s zijn dus al een zoektocht naar wat representatie is. Ze zijn meer dan een vorm van zelfobservatie. Refereren aan het narcisme helpt niet om een oeuvre te begrijpen dat speelt met statuswijzigingen en met de veranderingen in (de omhulling van) een lichaam en dat daaraan consistentie verleent. Het leven is tenslotte niets anders dan een reeks wijzigingen en rollen die je al dan niet bewust speelt. Veelvuldigheid van het ik? Veelvuldigheid van gedragingen, heterogeniteit van individuen.
Op een foto leg je een houding vast. Als fotograaf ben je dus afhankelijk van het moment. De knepen van de fotostudio worden snel ouderwets en zelfs belachelijk. Je moet al heel naïef zijn om te denken dat je uniek bent!
De (vermeende) intieme werkelijkheid is niet meer dan een vervormde weerspiegeling van voortdurend ontkende beperkingen. Door te werken met een onsamenhangend en soms overvloedig gedetailleerd verhaal kan het kunstenaarsduo echter verschillende werelden doen samenvallen: attractieparken, ziekenhuizen, strandspelen… Het beeld is een amalgaam van vreemde kleren, hergebruikte familiedecors en reclamehoudingen. memymom maakt de wereld niet beter. De pretentieloze foto’s van het duo zijn niet bedoeld om de wereld te veranderen, maar verlenen hem een momentgebonden samenhang door de invoering van een logica die het personage een consistentie geeft die niets universeel humanistisch heeft, maar spoort met de contradicties van een tijdperk, met wat je een zinloosheidcultuur zou kunnen noemen. Identiteit, geslacht en sociale codes zijn door de jaren heen de programmatische kern gaan vormen van een oeuvre dat die realiteiten nooit documentair benadert, maar bestaat uit momentopnames die evenzovele kleurrijke kluchten zijn, fotogrotesken, bizarre, soms absurde, vaak sarcastische sketches. De ironie is bepalend voor de samenhang van deze fotografische schouwtoneeltjes, waarin uitgesproken karakters die niets met elkaar gemeen lijken te hebben, elkaar vinden in het verlangen om de ander een beeld van zichzelf voor te houden.
Net zoals bij Lorenzo Lippi’s schilderij Vrouw met een masker. Allegorie van de simulatie, kun je je afvragen wie er achter de maskers schuilgaat. Melpomene, de muze van de tragedie? Thaleia, die van de komedie? Maskers zijn (zie de commedia dell’arte) het ware gezicht van de wereld – een historisch bepaalde wereld van conventies, geen verzonnen wereld maar een afgestompte beschaving waarin drama’s kluchten worden, een realistische pantomime, een vreemd soort menselijke komedie. memymom heeft genoeg aan enkele types – van het gele hesje tot de verrimpelde bourgeois, van de nieuwe proletariër tot de aan Gucci of, erger nog, Versace verslaafde plutocraat.
Het subject is verdeeld. Ruis en verwarring kenmerken de wereld van de vele duplicaten, die talloze vormen aannemen, maar gemeen hebben dat ze uitingen zijn van niet-gethematiseerde, verdrongen neigingen. Er is een groteske strijd aan de gang tussen verdringingen en remmingen (nationalisme, onderwerping aan het heden of aan voldoening van de begeerte...) enerzijds en het verlangen naar vrijheid anderzijds.
Wat is dit eigenlijk? Een wrang essay over de zeden van de Belgische bourgeoisie, een portret à charge van de stedelijke kleine burgerij, een kritiek van het hedendaagse narcisme? Het bestaan is een opeenvolging van episoden waarin wij ons verscheurd voelen, in tegenspraak met onszelf. Foto’s verbeelden de crisis, leggen de spanning bloot. Ze creëren het onbehagen niet, maar belichamen ze. Je voelt het plezier waarmee in dit project alle vormen van gezag aan gruzelementen worden geslagen. Geen enkel doelwit weerstaat aan dit gebrek aan eerbied. Voortdurend wordt de draak gestoken met het enge nationalisme, het patriarchaat, de traditionele moraal en de verlokkingen van de consumptiemaatschappij.
Zeggen dat foto’s de eeuwige innerlijke tegenstellingen tot eenheid kunnen brengen, is ze een vermogen toeschrijven dat ze in de ogen van memymom niet hebben. De veelvormige, veranderlijke, naar bepaling zoekende en provocerende mens kan per definitie niet anders verschijnen dan als een illusie, net zoals het land en de stad waar hij woont en van wier leven hij de bevoorrechte getuige is. Zijn verschijning wekt onze nieuwsgierigheid en verleidt of ergert.
memymom legt verbanden tussen alle plekken en personen die aan bod komen. Gevoelens en driften, tederheid en sarcasme zijn verweven in een landschap dat beperkt blijft tot de familiestudio en de straat. Een vast aantal Brusselse straten vormt het hart van de avonturen buitenshuis. Twee werelden komen samen en overlappen elkaar: een klein en overvol appartement en een solemnele maar moderne en lichtende stad. Natuurlijk wordt hierbij de spot gedreven met de pretentie van het monumentale, maar door de aanwezigheid van personages in de openbare ruimte, wordt de Geschiedenis met hoofdletter een geschiedenis van vlees en bloed.
In de Belgische hoofdstad komen allerlei mensen terecht. Je ziet ze in de metro en op de Brullende Leeuw van Woluwe, je ziet het duo in het gezelschap van migranten, op weg met danseressen of bij het begluren van prinsessen. Al die mensen vormen uiteindelijk één grote familie van vrouwen en mannen die zich plooien naar de wil van de beide fotografen. Ze zullen slechts één keer leven, de arbeidster in het geel, de vrouw van een politicus bij een biechtstoel, een zonovergoten beroepsredster, een energieke en moedige Waalse muze… En verder overmatig gestileerde jonge en andere vrouwen die ze zijn tegengekomen in Hollywood, aan de Spaanse kust of in een nabijgelegen wijk, maar ook afgeleefde oude wijven met verlepte gezichten. Hoe verschillend deze vrouwen ook zijn, hun aanwezigheid is een tegengif voor de dominantie van mannen. Bij nader toezien zeggen al deze foto’s iets over de domheid van een bepaalde mannelijke begeerte.
Alles komt vanzelf. Je kijkt voortdurend vanuit een andere invalshoek naar de sketches, maar al die invalshoeken lijken op elkaar. De toekomst is voorzienbaar. Het verleden herleeft. En beide voeden zich met beelden uit het heden. Beelden zijn korte commentaren die de kracht en de permanentie van verschijningsvormen overbrengen. De lichtheid van de tijden duidt op de fundamentele ernst van de condition humaine. De twee trawanten vallen zonder de minste om- of voorzichtigheid het ‘gezond verstand’ aan, dat schaamlapje voor apathie. De koppige vulgariteit achtervolgt ons tot in onze laatste verschansingen.
Plots staat de ander voor je. Wat doe je daarmee? Ook de onverwachte verschijningen zijn grotesk, opgedirkt met zinloze objecten en relaties. In het echte leven moet je de waarheid van het lichaam van de ander ondergaan, maar in de besloten wereld van de beelden gaat het heel anders toe. De fundamentele aanwezigheid van de ander kun je nooit vatten, maar de fotograaf weet dat en kan daar toch vorm aan geven. Hij werkt een typologie van gewenste aanwezigheden uit. En omdat de verbeelding de ander niet in de ogen hoeft te kijken, beheerst zij hem. Uitwisseling is onmogelijk. De ander wordt een prooi, een fantasmatisch object dat op geen enkele manier de acties van moeder en dochter kan inperken: zij zijn de meesteressen van ieders lot.
Je kunt niet om de Geschiedenis – het lot – heen. Zij richt ons zo af dat we mensen van onze tijd worden. Hoezeer we onszelf ook willen verbeteren, we verbergen onze ware aard, de klasse waartoe we behoren, onze gebreken, hebbelijkheden, perversies enzovoort.
Door te werken in de stijl van de Geschiedenis, de stijl waarin elke eigenheid bewust wordt verzwegen, ziet memymom de ander als een historisch wezen, een wezen dat zijn problemen oplost door zich heel gewoontjes te gedragen, geen wilde verwachtingen te koesteren en alleen stukgegane dromen na te jagen. Je kijkt uit naar raadselachtige scènes, maar er zijn slechts honderden, duizenden situaties: mensen kruipen in de verkreukelde huid die hun wordt voorgehouden, doen ‘zoals iedereen’ en verbergen zich achter geruststellende modellen. Wat je ziet, is niet iets wat mensen hebben uitgevonden, maar wat is vormgegeven door het gezond verstand en in vele situaties is gecheckt.
Dat de kijker vooraf het verhaal moet kennen, geeft aan dat de acties beeldafhankelijk zijn. De gecodeerde daden, de houdingen staan niet op zichzelf. Je begrijpt ze niet als je ze niet kunt vasthaken aan een voor de menselijke rede vatbaar mechanisme. memymom herinnert ons – beter dan de fotografie – aan het belang van observatie. Dit Belgische ‘rationalisme’ komt tot uiting in het feit dat voorrang wordt gegeven aan de evocatie omdat alle uitdrukkingen uitgeput zijn.
Daar ligt het bijzondere van het experiment van memymom: hier wordt in vanzelfsprekende termen, in gemeenplaatsen, geformuleerd wat niemand wil toegeven, namelijk dat ook hij- of zijzelf vervreemd is.