• BRUZZ (BE)

  • Het uitdagende oeuvre van moeder en dochter

  • Interview by Tom Van Bogaert

  • 26 September 2018

  • NL

  • DOWNLOAD PDF

Een moeder en een dochter die samen kunst maken, het is vrij uniek. Marilène Coolens (65) en Lisa De Boeck (33) uit Molenbeek vormen het duo ‘memymom’, een samentrekking van ‘me and my mom’. Het presti­gieuze fotomuseum van Charleroi toont het speelse, uitdagende oeuvre dat ze samen gedurende de voorbije decennia creëerden. “Het is de essentie van wie we zijn.”

Curator Xavier Canonne noemt memymom het Belgische Boyhood van de fotografie. De vergelijking met de hartverwarmende film van Richard Linklater is niet ver gezocht. Je ziet Lisa in de foto’s opgroeien van een meisje van vijf dat zich thuis optut als een filmster tot een vrouw van dertig die in de buurt van Las Vegas languit op de autoweg ligt, in netkousen en met Minnie Mouse-oortjes. De talrijke metamorfoses en maskers zetten je voortdurend op het verkeerde been, maar ongemerkt raak je in de ban van haar verschijning. Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck raakt niet uitgekeken op hun werk: “De goesting gaat nooit weg, want het zijn sterke beelden die zichzelf niet au sérieux nemen en volop ruimte laten voor interpretatie. Je bent er nooit mee klaar.”

In het opulente decor van Café Metropole vullen moeder en dochter elkaar bij de koffie naadloos aan. Hun zelfrelativering is ontwapenend, maar staat hun gedrevenheid nooit in de weg. Memymom geeft hun leven zin, klinkt het ferm. De Boeck heeft niet voor niets een tattoo van het project op haar pols laten zetten. Haar moeder is haar gelijke, die ze in het interview aanspreekt met haar voornaam. Wat hen bindt: onvoorwaardelijke liefde en vertrouwen. De samenwerking verloopt zo organisch dat ze achteraf soms niet meer weten wie wat gedaan heeft.

“Elke moeder neemt foto’s van haar kinderen,” schetst Coolens de kiem van hun project. “De twee jongens raakten de verkleedpartijen snel beu, maar Lisa ging erin mee. Dan zei ze dat ze Laura Palmer uit Twin Peaks wilde spelen.” Een artistiek plan was er niet mee gemoeid. De lerares lichamelijke opvoeding had een zwak voor dans en expressie en wilde die creatieve momenten ook in beeld brengen. Het was vader Jo De Boeck, een reclameman in hart en nieren, die het idee opperde om een boek van de foto’s te maken. Pas in 2013, elf jaar na zijn dood, exposeerde cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam de analoge beelden onder de noemer The Umbilical Vein. De ader die onder de navelstreng loopt, verwijst naar de uitwisseling – en niet alleen van bloed – tussen moeder en dochter.

Naarmate het project zich verder ontwikkelt, neemt de dochter meer de regie in handen en verschijnt ook haar moeder in beeld, wat resulteert in de reeksen The Digital Decade (2010-2015) en Somewhere Under The Rainbow (vanaf 2016 tot nu).

  • Twaalf stielen

Of de dochter zichzelf blootgeeft in de ensceneringen? Figuurlijk, maar ook letterlijk, want de foto’s hebben wel vaker een erotische lading, van de ontluikende seksualiteit van een kind tot de geheime verlangens van een volwassen vrouw. De Boeck: “Ik speel een rol en verkleed mij, maar ik toon tegelijk wat ik zie en denk. Het blijft een intiem zelfportret. Mijn Lolita is er een met een knipoog. Het is een onschuldig spel dat ik ongeremd speel, maar het kan bij de kijker andere sensaties opwekken.”

Ze praat verder over de codetaal en de dubbele bodems die in het werk zitten. Het kunstenaarsduo laat zich inspireren door persoonlijke ervaringen, maar deinst ook niet terug voor maatschappijkritiek. “Een mooi beeld volstaat voor ons niet. We willen een verhaal vertellen. Dus kun je mijn liefde voor zombiereeksen in sommige foto’s zien of onze reserves bij de militaire aanwezigheid op straat na de aanslagen in Brussel. Of we drijven in een recente animatie de spot met de verkleutering. In Charleroi tonen we de essentie van wie we zijn.”

Het pad van het kunstenaarscollectief was niet altijd bezaaid met rozen. De moeder zegt dat de samenwerking bij momenten op een lager pitje stond en dat ze geduld moest hebben. “Het kind moest ook opgroeien en zelfs in een goed huwelijk botsen persoonlijkheden al eens.” De dochter heeft het over de jobs die ze aannam om brood op de plank te krijgen: receptioniste, verkoopster, telemarketeer, koerier.

“Ik heb veel rolletjes op de arbeidsmarkt gespeeld,” lacht ze. “But it keeps you humble.” Waarna ze allebei benadrukken dat ze zich kostelijk amuseren bij het creëren en dat ze zich vaak laten leiden door spontane invallen. “Het hoeft niet perfect te zijn. Er mag een hoek af zijn.” Ze voelen zich geen deel van een stroming binnen de hedendaagse kunstwereld en zijn niet verbonden aan een galerie: “We dompelen ons graag onder in ons eigen universum.” 

De autobiografisch getinte retrospectieve en het prestigieuze boek dat gelijktijdig verschijnt, beschouwt het duo niet als een eindpunt. Er staan nog veel projecten op stapel. In jazzcafé L’Archiduc presenteren ze op 25 oktober oude en nieuwe beelden, waarin ze bevriende performers en dansers laten schitteren.

Het vierde hoofdstuk van hun carrière zou in 2021 van start moeten gaan met een documentaire. De dochter wil graag op zoek gaan naar kinderfoto’s van haar moeder. Brussel blijft de uitvalsbasis en een inspiratiebron, zegt de in Anderlecht geboren De Boeck: “Ik wou een hele poos weg uit de stad, maar nu leer ik haar weer beter kennen en appreciëren, met haar ruwe en wilde kantjes en haar onvolkomenheden.”

Memymom is te zien in het Musée de la Photographie van Charleroi tot 20 januari 2019. Naar aanleiding van de expo verschijnt een boek over de kunstenaars bij uitgeverij Ludion.