Het gezicht van een moeder bevat het gezicht van de wereld. Het kind dat zich erin weerspiegelt, begrijpt voor het eerst wat de wereld is. Emmanuel Levinas schrijft dat het gelaat van de Ander niet alleen een relatie van-aangezicht-tot-aangezicht mogelijk maakt, maar ook de weg opent naar de voorbij de dyade moeder-kind gelegen ‘derde’, die, zoals hij zegt, ‘ook mijn naaste is’. Het kind dat via moeders gezicht zichzelf ontdekt als in-de-wereld-gekomen, komt in contact met zijn zelf en zal bij het opgroeien vaststellen dat het leeft in een context van derden en andersheid en dat het daarmee rekening moet houden om de verborgen grammatica van sociale relaties te ontcijferen om zo andere, noodzakelijke en betekenisvolle relaties te kunnen aangaan. Anderzijds is het moederschap als zodanig de radicale, zij het diep in de moeder verborgen verwachting van iets wat een vorm van andersheid is die uitzicht biedt op een nieuwe wereld. Ook hier gaat het om het mysterie van een toekomstig leven waarvan nog niets bekend is. Voor een moeder is een geboorte niet alleen het einde van een lange tijd van wachten, maar ook het begin van een nieuw leven, het oplichten van een nieuwe wereld, van een persoon die op een bepaald moment de enige echte schepper van zichzelf zal worden.
Als geboorte niet wordt gezien als een hendel voor individuele autonomie en onafhankelijkheid van de moeder, maar vanuit de invalshoek van biologische identiteit en genealogie, dreigt ze voor mensen wier bestaan elke vorm van oorsprong en basis mist, de natuurlijke en culturele grondslag te worden voor het toebehoren, de eenheid en de ‘volledigheid’ waarnaar ze snakken: dit is wat de komst van een kind hun kan geven. Dit is een krachtige maar gevaarlijke mythe, want het belast enerzijds de voortplantingsdaad met overdreven verwachtingen en anderzijds het kind met een redderfunctie die het niet kan vervullen. De moeder moet gastvrij zijn zonder te willen bezitten. Dat zij een kind krijgt, stelt geen band in die het bestaan van elk van beide betrokkenen wettigt, maar geeft aan dat wij vanaf het begin in deze wereld niet alleen zijn. Dat is de grootst mogelijke openbaring. Een (bloed)band is er automatisch, je hoeft er niets voor te doen. Een verbond houdt rekening met de derde die ook mijn naaste is, en is altijd een keuze.
Marilène Coolens en Lisa De Boeck zijn zich hiervan bewust. Moeder Marilène en dochter Lisa hebben een gelijke inbreng in het zeer productieve kunstenaarsduo memymom dat ze sinds 2004 vormen. Hun tentoonstelling in Botanique heet terecht Home Game. Het is immers hun eerste grote overzichtstentoonstelling in Brussel, hun thuisstad. Maar er is meer: je kunt ook van ‘thuisspel’ spreken omdat het project in de jaren negentig ontstaan is in het kader van het gezin, waarbij Marilène hun (t)huis zag als een toneelpodium waarop iedereen vanaf het begin zichzelf kon spelen. Aanvankelijk experimenteerde ze met haar drie kinderen, Lisa en haar twee broers. Met een fototoestel hertekende ze de symbolische en archetypische wereld van gezinsrelaties. Nieuwe en spontane groeipaden werden in onderlinge verwevenheid op de gevoelige plaat vastgelegd. Er ontstonden nieuwe praktische vormen van sociaal en communicatief leven en van identificatie. Het resultaat was een intiem gezinsarchief van analoge foto’s (1990 - 2003) dat als geheel de naam The Umbilical Vein kreeg.
Vanuit deze context begon Lisa samen met haar moeder op een speelse, kinderlijk onschuldige wijze aan de verkenning van de realiteit zoals zij die ervoer, en van haar vrouw-zijn. Op foto’s die haar moeder in haar jonge jaren van haar maakte, ziet ze er al uit als wat ze zal worden. Er zijn foto’s waarop ze gekleed is als ouder dan ze was, gemaquilleerd en met juwelen behangen (Childlike Empress, 1997), in fantasiekleren (Catwoman Uncensored #2, 1994), of zichzelf bezighoudend in ongewone situaties en scenario’s, waarbij ze soms een pruik draagt en er dus als een volwassen vrouw uitziet (I'm an Old Woman Now, 1996; Pose de Perruque, 1996), of een handtas en een geweer draagt (Stick to Your Gun, 1996). Er wordt gewerkt met een fundamenteel mechanisme uit de theaterwereld (waar het zowel om het geziene als om het zien gaat): elk personage is tegelijk zijn eigen kijk op de wereld en elke mogelijke kijk op de wereld (die de eigenheid van elk personage bepaalt) en de waarheid van de dingen wordt in fictiemodus aan het licht gebracht. Lisa zegt dat ze bij het zien van deze foto’s altijd gemengde gevoelens had: ze speelt een rol, maar laat ook iets van zichzelf zien. Het zou een constante worden in haar werk als volwassene.
Zonder de medewerking van Marilène was dit beslist niet mogelijk geweest. De in crescendo gaande poëtische dialoog tussen moeder en dochter is een sprekend voorbeeld van de onthullende kracht van een creatieve relatie. Die kracht geldt zowel voor de identiteit van elk van beiden apart als voor hun gezamenlijke project. Dat ze in dit laatste visies en ideeën, beelden en waarden delen, betekent dat het tussen hen beiden niet langer om een band maar om verbondenheid en bewust begrip gaat. ‘Zijn’ en ‘wereld’, zo zagen we al toen de andersheid ter sprake kwam, zijn niet wat die woorden als zodanig oproepen, maar zijn het product van dialoog.
Lisa en Marilène zijn nu tegelijk de fotografen en modellen, decorontwerpers en regisseurs van de radicale wereld die ze hebben geschapen en waarin ook andere personages dan zijzelf verschijnen. Hun semi-geënsceneerde schilderijen zijn uitgegroeid tot een volwassen moeder-dochtergesprek dat niet meer alleen over metamorfose, individuele identiteit, potentieel en de moeder-dochterrelatie gaat, maar ook andere kennisgebieden onderzoekt, van The Digital Decade (2010 - 2015) tot Somewhere Under the Rainbow (2016 - 2021). De foto’s van memymom hebben verschillende interpretatielagen. Ze combineren diepgang met esthetische betovering. Ze verwijzen naar de werkelijkheid en de geschiedenis en naar film en theater. Eén beeld kan tegelijk de kindertijd en het heden oproepen. De jeugdige onschuld is moeten wijken voor een nieuwe visie op de wereld van vrouwen: de foto’s vertellen verhalen en tonen sensualiteit, maar zonder dat zintuiglijke verleiding of vrouwelijkheid als zodanig op de voorgrond hoeven te staan. Integendeel, ze doen nadenken over onderwerpen die veel ruimer zijn dan de genderthematiek. Ze verraden een sterk rechtvaardigheidsgevoel: ze brengen een idee, een ideaal, een waarde over die Lisa en Marilène met anderen willen delen en van waaruit ze bruggen bouwen met ‘de ander’. Hun autobiografische beeldverhalen hebben een universele portee: ze gaan over wat mensen drijft – en bijgevolg verenigt.
Een echt verenigde wereld is evenwel een utopie. Voor het realiseren van die droom is meer nodig dan het inlossen van verwachtingen. Het volstaat niet dat de realisatie licht werpt op wat we altijd al hadden willen weten, namelijk wie we echt zijn. We moeten ook op het menselijke ‘obstakel’ stoten: pas daar en dan wordt duidelijk wie we zijn, wat goed en kwaad is, wat mogelijk of onmogelijk is. Lisa en Marilène nemen ons mee naar een beeldwereld van zwevende, dromerige sferen met de narratieve geladenheid van een filmstill. Die aanpak zou je misschien kunnen vergelijken met die van René Magritte en in elk geval met die van David Lynch en Jacques Tati, twee cineasten die ze tot hun inspiratiebronnen rekenen. Elke still verwijst naar de beweging van een verhaal: hij suggereert het begin ervan, het moment vlak ervoor of het ogenblik erna – want het gebeurde, goed of minder goed, mag niet worden vergeten en moet als appreciatie of depreciatie behouden blijven. Het duo gaat op verkenning (As Long as There's One With a Golden Gun, 2020; She Follows the Yellow Brick Road, 2019; As Close as We Can Get to Mars, 2017), kijkt uit naar iets, wacht op een vijand om te bestrijden of een vriend om te verwelkomen, zoekt naar een leidraad, naar de waarheid (memymom's Witnesses, 2019; When She Takes Off Her Mask, 2016), naar een zelfonthulling (Jutezak van 't Koetje, 2016), staat stil of is klaar om toe te slaan (Still Up for a Fight, 2019) of zich te verdedigen (Cuz It's Raining Bullets out There, 2020), vermomt zich als hedendaagse heldinnen of … als zichzelf, als vrouwen vervuld van hun idealen (We've Seen Things, 2018; Many Things, 2018; Awful Things, 2018; Early Retirement Rehearsal, 2017). De eenwording van de wereld door voortdurende vooruitgang is, als ultieme utopie, een hyperbolische hypothese. In die context is het feit dat je de overwinning van de waarheid als een rechtvaardige zaak ziet, de eerste stap naar de vervulling van het lot van alle levenden: vooruitgang boeken en één worden. Deze foto’s zijn dan ook een oproep om elk teken, elke shock, elke revolutie op een plein in Rome, Londen of Parijs te gebruiken om op zoek te gaan naar de ‘ultieme’ werkelijkheid.